The Regards | Teen Ink

The Regards

January 20, 2024
By Wweetjes, Kampen, Other
More by this author
Wweetjes, Kampen, Other
0 articles 0 photos 0 comments

‘Dus de rollen worden nog bekendgemaakt.’ Besloot mevrouw Nurse haar verhaal. Ze had net uitgelegd aan haar groep (1b2) dat er in september een grote musical zou komen waaraan alle toneel/muziekgroepen van toneelmuziekschool ‘De Fluitende Vogel’ mee zouden doen.

‘De Fluitende Vogel’ was geen grote maar ook geen kleine muziektoneelschool. Het systeem van deze school is ook anders geregeld dan bij andere muziektoneelscholen. Alle leerlingen waren in groepjes opgedeeld, waarvan 1B2 verreweg het één van de kleinste groepjes was. In die groepjes speelde je toneel en, als je ervoor gekozen had, muziek. De letters A, B en C stonden voor je ‘toneel- en muziekniveau’. A = beginnend, B= je kan al aardig acteren/muziek spelen (middelhoog) en C= gevorderd. De cijfers betekenen je leeftijdsgroep: 1 is voor kinderen, 2 voor tieners, 3 voor jongvolwassenen, 4 voor volwassenen en ouderen (leeftijd wordt niet nauw genomen). Groep B2 is dus voor jongeren met middelhoog niveau. Verder heb je nog verschillende groepen van dezelfde leeftijd en hetzelfde niveau, dat wordt genoteerd als 1 voor de groepsnaam: groep 1A2, 3C1 of 1B3 bijvoorbeeld[ws1] [ws2] .

Elise porde Maartje enthousiast tegen haar arm. ‘Ik ben echt benieuwd naar de rollen, de vorige grote musical was echt leuk! Hopelijk wordt deze musical net zo leuk of leuker!’ zei ze enthousiast. Maartje keek haar verontwaardigd aan vanwege de por en wreef met een quasiboos gezicht over haar arm: ‘daarom hoef je mij nog geen blauwe plekken te bezorgen, maar inderdaad ik hoop ook dat ik een leuke rol krijg. De rol die ik had bij de vorige musical van verlept bloemplantje was nou niet zo’n succes.’

‘Dames en heren, ik moet gaan. Ik zie jullie morgen weer!’ mevrouw Nurse pakte haar spulletjes bij elkaar en had bijna de deur bereikt toen ze eraan toevoegde: ‘Oh ja, Elise en Maartje jullie hebben opruimdienst.’ Waarna ze de kamer uit liep. Na een ‘tot ziens’ volgden de anderen ook.

‘Oh ja, da’s waar ook, bijna vergeten’ mompelde Elise. Snel pakte ze een bezem en drukte Maartje een doekje in de hand. ‘Maak jij de tafels schoon? Dan ga ik vegen.’ Het was zeven uur en de toneelschool zou bijna sluiten. Na tien minuutjes waren ze klaar. ‘Hé Elies, had jij wiskundehuiswerk toevallig nog af? Ik had er geen tijd voor om het te maken’ vroeg Maartje. Het was mei en ze zaten in klas drie. ‘Oh ja, tuurlijk, ik stuur het huiswerk wel door als ik thuis ben.’ Ze liepen samen naar het fietsenhokje en fietsten kletsend naar huis. Maartje woonde in het dorp en hoefde minder ver te fietsen dan Elise. Ze groetten elkaar bij een afslag waar Maartje moest inslaan ten afscheid en Elise fietste door. Ze woonde iets buiten het dorp. Het begon zachtjes te regenen en hoewel Elise geen hekel aan regen heeft, vond ze het toch ook niet fijn om nat te worden, dus trapte ze nog wat harder. Na een aantal minuten kwam haar huis in zicht. Vrolijk blaffende honden kwamen op haar afgerend. ‘Ja Tobbe en Bella, ik ben ook blij jullie weer te zien.’ Elise zette haar fiets in de garage, gaf de honden een knuffel en liep de foyer binnen, waar ze haar natte jas aan de kapstok hing.

‘Elise? Ben jij dat? Het eten staat voor je klaar!’ riep haar moeder vanuit de woonkamer. Doordat Elise de ene keer vroeg en de andere keer laat thuiskwam, at haar familie -haar ouders en oudere zus- alvast zonder haar als ze laat thuis kwam. ‘Oké!’ riep ze terug. Ze schopte haar schoenen uit, pakte haar bord eten en ging zitten aan de eikenhouten keukentafel. Bella ging op haar voeten liggen. Bella is een Golden retriever en Tobbe een Berner Senne hond. Bella’s vacht verwarmde Elises voeten. Ze dacht na over de grote musical binnenkort waaraan alle groepen van de toneelschool mee zouden doen. De vorige keer dat ze in zo’n grote musical had gespeeld, had ze maar een kleine rol, maar toch was het geweldig geweest om erin te spelen.

Na het eten liep ze de trap op naar haar kamer. Ze zag haar mobiel liggen op haar bureau en toen schoot het haar weer te binnen dat ze huiswerkantwoorden zou doorsturen naar Maartje. Snel pakte ze het bewuste huiswerk erbij, maakte daar een paar foto’s van en stuurde die door naar Maartje. Daarna pakte ze haar gitaar en begon er liedjes op te spelen. Soms zong ze bij de liedjes. Een halfuurtje later zette ze de gitaar weer weg, ze ging Bella uitlaten. ‘Bel!’ riep ze, en de hond kwam al gauw aandraven, kwispelend met haar staart. Ze liepen een kort rondje, omdat het al best laat was. Morgen zou ze een grotere wandeling maken, besloot Elise.

 

De volgende dag, donderdag, liep niet heel gesmeerd. [ws3] Om twaalf uur hadden Elise en Maartje net geschiedenis gehad, na geschiedenisles hadden ze pauze en daarna een tussenuur. Ze liepen naast elkaar door de schoolgangen heen. Ze kwamen Jelena nog tegen, die bovenbouw was en dus nog geen pauze had. ‘Hoi’, had Elise haar gegroet, maar Jelena deed alsof ze hen niet gezien had en liep hen straal voorbij. ‘Oké, dan niet’, mompelde Elise. Maartje en Elise zochten een plek op de bank en brachten daar de rest van de pauze door. Toen de pauze was afgelopen liep de aula langzaam weer leeg.

‘Zullen we iets gaan doen? Ik heb geen zin om hier de rest van het uur te gaan niksen, tenminste heb jij nog huiswerk? Ik niet’ vroeg Elise aan Maartje.

Die schudde haar hoofd. ,Oké, wat wil je doen dan?’

‘Balletje over-en-weer slaan?’

‘Ja, is goed!’

Elise en Maartje zaten allebei op tennis en Elise had voor bijvoorbeeld tussenuren tennisrackets en- bal in haar kluis liggen. Natuurlijk speelden ze niet echt tennis, zonder net en veldlijnen ging dat moeilijk, daarom noemden ze het balletje over-en-weer slaan. Ze gingen aan de zijkant van de aula, dichtbij de gang, een veld vormen. Beter gezegd, ze gebruikten hun tassen als middenlijn, de rest van de veldlijnen waren denkbeeldig. ‘Jij begint’ besliste Maartje.

Elise deed opslag en ze speelden een tijdje geconcentreerd ‘tennis’. Plotseling sloeg Elise per ongeluk de bal iets te hard weg. De bal vloog door de lucht tegen een steunpaal richting een brandmelder. Elise en Maartje die de bal met hun ogen gevolgd hadden, keken elkaar verschrikt aan voordat de tennisbal een seconde later de brandmelder met een tik raakte. Het brandalarm ging af.

‘Nee, Maartje, help!’ riep Elise geschrokken. Even wast het stil. Toen zagen ze lokaaldeuren opengaan en leerlingen opgewonden en rumoerig naar de uitgang van het gebouw lopen, terwijl een paar leraren de kant van de aula gehaast opkwamen lopen. ‘Snel!’ siste Maartje. ‘We moeten hier weg!’

Ze graaide de tassen van de grond en trok Elise aan de arm richting de uitgang van de school. Daar was op het moment heel druk, aangezien leerlingen van de hele school naar buiten moesten.. Ze zag door een raam ook al brandweerwagens en een politie aan komen rijden.

‘Oh, wat heb ik gedaan…’ jammerde Elise, die zich nogal opgelaten en schuldig voelde omdat zij die drukte had aangericht. ‘Hier komen we niet weg, misschien via een nooduitgang. Ach nee, die zijn natuurlijk nu ook in gebruik’ zei Maartje bedachtzaam.

‘Waarom moeten we hier eigenlijk weggaan? Ze komen er via de camerabeelden sowieso wel achter dat wij de oorzaak zijn van het valse alarm’ veronderstelde Elise met een moeilijk gezicht. Zuchtend ging ze op een bankje zitten. Maartje ging naast haar zitten. Elise keek verslagen voor zich uit.

‘Hé Dirk!’ hoorde ze Maartje naast haar zeggen. Elise keek op en ze zag inderdaad een jongen met een rode krullenbos naar hen toe stevenen. ‘Dirk? Wat doe jij hier?’ vroeg ze verbaasd.

Dirk keek haar aan of ze zojuist iets heel doms had gezegd, wat misschien ook wel het geval was.

‘Wat ik hier doe? Wat doet iedereen hier!’ hij maakte met zijn armen een wijds gebaar. ‘Waarom zitten jullie trouwens hier op een bankje, moeten jullie niet naar buiten?’

‘Hm, niet nodig’ antwoordde Maartje. Dirk keek haar niet-begrijpend aan. Elise zuchtte. ‘Lang verhaal, maar er is geen brand.’

‘Wat? Dat wil jij beweren terwijl alle leerlingen naar buiten gaan en ik toch wel degelijk een brandalarm hoorde?’ Dirk keek haar aan alsof ze niet goed wijs was.

‘Nee, om een lang verhaal kort te maken: Elise en ik speelden ‘tennis’ in de aula en toen is de bal tegen een brandmelder gekomen’ legde Maartje uit. Dirks mond viel open en hij keek ongelovig van Maartje naar Elise. ‘Jullie bedoelen dus dat…,’ hij keek achter zich, waar nog steeds leerlingen naar buiten werden gedirigeerd, ‘jullie het brandalarm hebben laten afgaan?’

Elise en Maartje zeiden niets, maar hun zwijgen zei al genoeg.  

Dirk barstte in lachten uit. Elise zond hem een boze blik.

‘Enig medelijden is welkom, hoor’ mompelde Maartje verontwaardigd.

‘Sorry, maar eigenlijk vind ik het wel een grappig verhaal,’ zei Dirk. ‘Oké, en wat gaan jullie nu doen?’ ging hij op serieuze toon verder.

‘Ik denk dat we bij de directeur worden geroepen’ zei Maartje peinzend. ‘Of we moeten nu naar buiten gaan en tegen de leraren zeggen dat het vals alarm is.’

‘Ja dag, dat durf ik echt niet!’ protesteerde Elise meteen.

‘Nee, ik eigenlijk ook niet.’

‘Ik zou, nadat alles weer rustig geworden is, naar de directeur gaan en alles uitleggen’ adviseerde Dirk hen. Elise knikte langzaam.

‘Ik ga weer, succes met jullie gesprek met de directeur!’ wenste Dirk vrolijk en hij liep weg.

Elise en Maartje keken elkaar even beteuterd aan, toen zei Elise: ‘Ik heb die bal weggeslagen, je hoeft niet mee naar de directeur.’

‘Ben je gek? Tuurlijk ga ik mee! We speelden sámen tennis’ zei Maartje beslist. Elise keek opgelucht, ze wilde liever ook niet alleen naar de directeur gaan. Resoluut stond Maartje op. ´We kunnen hier wel blijven niksen, maar daar hebben we niks aan. Kom, we gaan kijken of de directeur nog in zijn kamer is.’

‘Dat denk ik niet,’ meende Elise, ‘maar we kunnen kijken.’

 

Zo stonden ze dus even later voor de deur van het kantoortje van de directeur.

‘Hm, hij is er inderdaad niet’ concludeerde Maartje, nadat ze al drie keer op de deur geklopt hadden. Het kantoortje bevond zich op de eerste verdieping. Ze overwogen om een andere keer terug te komen of gewoon weg te gaan.

‘Zijn jullie hier om mij te spreken?’ vroeg een stem achter hen, plotseling zodat Elise opschrok. ‘Eh…Ne.. Ja!’ stamelde Elise. De directeur keek haar fronsend aan. Nu wist Elise niet meer wat ze moest zeggen. Gelukkig redde Maartje de situatie. ‘Ja meneer we willen praten, als u tijd heeft.’                 De directeur keek van Maartje naar Elise en weer terug naar Maartje. ‘Oké, ik heb wel even tijd, kom binnen’ zei hij, terwijl hij de deur van zijn kantoor opende. De kamer had witte muren en een lichte vloer. Er stonden een plant in de hoek bij een groot raam en een bureau, met daarop allemaal papieren, stond midden in de kamer. ‘Neem plaats.’

Niet op haar gemak nam Elise plaats op een zwarte stoel tegenover de directeur, Maartje zat naast haar. De directeur keek hen vragend aan: ‘Wat wilden jullie zeggen?’                                              Maartje en Elise wisselden een blik en toen antwoordde Maartje. ‘Die brand…Die is niet echt, ik bedoel er was geen brand.’                                                                                                                                    ‘Nee, daar was ik inmiddels ook achter gekomen! Wat hebben jullie daarmee te maken?’ vroeg de directeur, die nu minder vriendelijk keek dan net. Elise slikte en legde toen het voorval met de tennisbal uit. Toen ze klaar was, keek de directeur hen ernstig aan. ‘Ik geloof jullie en zie dat jullie het niet expres hebben gedaan,’ zei de directeur, ‘maar hier kunnen jullie niet zomaar mee wegkomen.’                                                                                                                    Nee, dat had Elise ook niet verwacht.                                                                                                                    ‘Jullie horen nog wat jullie straf wordt’ deelde de directeur mee. Hij keek Maartje en Elise nog één keer streng aan en zei toen dat ze mochten gaan.

Toen ze het kantoor van de directeur al een stukje achter zich hadden gelaten, verzuchtte Elise: ‘Ik ben benieuwd welke straf het gaat worden. De hele school naar buiten sturen voor een loos alarm is niet niks!’                                                                                                                                                                           ‘Nee en mijn ouders zullen hier ook niet blij mee zijn als ze het horen!’ voegde Maartje toe.        

‘Nee joh, mijn ouders zouden me zeggen dat ik een goede daad heb verricht en dat zoiets nou eenmaal kan gebeuren,’ antwoordde Elise sarcastisch, ‘al denk ik serieus dat ze niet eens boos gaan worden.’                             

Zwijgend liepen ze de trap naar de begane grond af. Beneden was het weer een drukte van jewelste, want iedereen moest weer naar de lokalen.                                                                                                         ‘Ga jij naar de les?’ vroeg Elise aan Maartje.                                                                                                              ‘Ja, tuurlijk! Ik wil niet ook nog eens moeten nakomen voor spijbelen!’ antwoordde Maartje.            

‘Ja, je hebt gelijk, maar ik ben blij als ik naar huis kan’ zuchtte Elise.                                                                  

Maartje gaf haar lachend een klopje op de schouders. ‘Ach arme zielenpiet toch, al ben ik het met je eens. Nou aju, ik ga naar de les!’ zei ze, waarna ze wegliep. Maartje bleef niet snel bij de pakken neer zitten. Elise volgde haar eigen weg naar haar volgende les.

Na twee onmogelijk lange uren was ze uiteindelijk vrij. Maartje en Elise fietsten samen naar huis, Elise werd weer een beetje opgefleurd doordat Maartje vrolijk zat te kletsen. Het laatste stukje fietste ze alleen. Haar vader en moeder waren niet thuis, want ze zaten allebei op het werk. Elise pakte twee riemen en bevestigde die aan de halsbanden van Tobbe en Bella. Die keken haar met hun hondenogen vrolijk aan en kwispelden met hun staart. Elise glimlachte. ‘Ja, vandaag maken we een extra grote ronde, zoals ik gister gezegd had.’

 

Eind middag was ze weer thuis. Er was nog niemand thuis, zo te zien aan de lege garage. Ze maakte de riemen los en liep naar de keuken, waar ze thee zette. Daarna ging ze gedachteloos door een tuinmagazine bladeren. Iets trilde in haar tas. Maartje belde haar, ze nam op.

‘Hey Maar’

‘Yo Elies, weet jij al wat onze straf is?’

‘Nope, nog niks over gehoord.’

‘Ah, ik wel.’

‘Wat?!’

‘Yep, dat dacht ik ook.’

‘Maartje, doe niet zo flauw, wat is jouw straf?’ vroeg Elise ongeduldig.

‘Een kleine boete en een week corvee. Dat is jouw straf trouwens ook.’[ws4] 

‘Oh… klinkt leuk,’ zuchtte Elise. ‘Maar goed, het kon erger.’

´Yep, de directeur zei ook dat hij snapte dat we het brandalarm per ongeluk af lieten gaan. Maar waarom ik dus bel: nu we toch studiedag hebben, kunnen we misschien wel naar De Fluitende Vogel gaan om muziek te oefenen?’ stelde Maartje voor.

Elise dacht daar even over na. ‘Ja…, morgen kan ik denk ik wel..?’

‘Oké top, morgen om half 11?’

‘Is goed, tot morgen!’ zei ze tegen Maartje en toen hing ze op.
 [ws1]Duidelijker maken
 [ws2]Eventueel
 [ws3]Donderdag
 [ws4]Straf



Similar books


JOIN THE DISCUSSION

This book has 0 comments.